Het ontstaan

De Sint-Margarethakerk in Wintam-Bornem

De huidige Sint-Margarethakerk werd in 1829 ingehuldigd. Binnen de historische context van de bouw van onze dorpskerken is dit een relatief jonge kerk. Merkwaardig is de periode waarin deze plaatsgreep: Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, in Belgie ook “Het Hollands Tijdvak” genoemd, 1815-1830. Het beleid van toen was niet het meest gunstige voor nieuwbouw van katholieke kerken. Maar wellicht was er in de situatie van Wintam een reden waarvoor men in Nederland wel begrip kon opbrengen om een nieuwe kerk te bouwen.

De voorganger van deze kerk stond in Nattenhaasdonk en werd in 1825 voor de zoveelste keer door het Scheldewater overspoeld. De ravage was groot en het werd dus de hoogste tijd dat de sterk toenemende bevolking op de hoge kouterrug op een veilige en meer nabijgelegen plaats aan zijn christelijke plichten kon voldoen. De kerk verdween nu letterlijk van de kaart, maar niet zonder de overbrenging naar de nieuwe kerk van een aantal kunstvolle objecten, zoals beelden, een schilderij van de heilige Sint-Margaretha en zelfs monumentale deurportieken. De nieuwe kerk werd dus letterlijk de erfgename van de oude.

Het eerste gebouw in Nattenhaasdonk bestond reeds in 1100 en was ontstaan in samenhang met een ernaast gelegen hof. Enkel in de eerste drie eeuwen waren de omstandigheden gunstig voor agrarische activiteit. Wat volgt in de volgende vier eeuwen is een toenemende druk van het water en politiek-militair onrustige tijden. De kerk werd dan ook meerdere malen gedeeltelijk en na de Godsdienstoorlogen volledig terug opgebouwd. Het is een wonder dat men het zo lang op deze plaats heeft volgehouden.

Ontwijding van kerken

Door de deconfessionalisering van de laatste decennia heeft de overheid beslist om kerken, die grotendeels overheidsgebouwen zijn en dus ook door die overheid moeten worden onderhouden, van de hand te doen. Hiervoor is de toestemming van de kerkelijke overheid nodig. Zij alleen kan kerken aan de eredienst onttrekken door ze “profaan” te verklaren, eenvoudiger gezegd ontwijden. In grote agglomeraties en steden wordt vrij gemakkelijk een nieuwe bestemming voor deze gebouwen gevonden. In landelijke dorpen is het cultuur- en gemeenschapsleven helaas vaak te beperkt voor een verantwoord nieuw gebruik.

Omdat de kerkelijke overheid inspraak heeft bij een ontwijding betekent dit in de praktijk dat ze beslist over de inboedel en dat leidt geregeld tot een ontmanteling. Maar dat is zonder het ancien régime gerekend. Na de inval van de Fransen in 1794 en de annexatie van onze gewesten in oktober 1795 werden veel kerkelijke onroerende goederen aangeslagen om te verkopen als Nationaal Goed. Van de roerende goederen in een kerk van een niet-beëdigde pastoor werd een inventaris gemaakt en de kerk gesloten. Na het Concordaat tussen Napoleon en de paus werden de kerken heropend en de inboedel onder het beheer van de kerkfabriek gesteld. De goederen werden nooit officieel teruggegeven. In praktijk zijn ze dus eigendom van de staat, al blijft dat een moeilijke kwestie. Dit geldt enkel voor goederen van voor de annexatie. Dat de meest waardevolle stukken in de kerk van Wintam hiertoe behoren, heeft zeker een rol gespeeld. Het interieur is, met uitzondering van de Kruiswegpanelen, intact gebleven.

Van godshuis tot museumkerk

De Sint-Margarethakerk van Wintam werd ontwijd in 2019. De zoektocht naar een herbestemming kwam snel bij de unieke geschiedenis van het Verdronken Dorp Nattenhaasdonk. Misschien lag hier wel de mogelijkheid voor een museumkerk, waarvan het historisch en cultureel belang de plaatselijke geschiedenis oversteeg.